Impact akkoorden van Parijs op de techniek en de technische arbeidsmarkt
Op 3 november jl. was InAxtion vertegenwoordigd op het Nationale RES congres te Amersfoort. Op zich business as usual omdat InAxtion volop in de duurzaamheidsprojecten zit met haar opdrachtgevers en medewerkers.
Maar toch:
Stof tot nadenken: wat moet er gebeuren om de akkoorden van Parijs te halen? De eerste milestone staat voor 2030 gepland: 49% minder CO2-uitstoot. Het einddoel is in 2050, dan staat 95% minder CO2-uitstoot op de teller gepland.
In 2030 moeten we 84TWh elektriciteit uit wind en zon gaan produceren. 49TWh is op zee gepland en 35TWH op land. Kortom ons land gaat “op de schop”. Op basis van de ingediende SDE-subsidie aanvragen lijkt het erop dat we de 35TWh kunnen realiseren in geplande projecten, lees zonneparken en windmolens. Maar is dit realistisch? Hebben we genoeg monteurs om dit te realiseren? Zonnepark-aanbieders hebben intussen diverse grondposities, vooral in agrarische gebieden verkregen en kunnen daarmee (op gemeentelijk niveau) de boer op om aan te tonen dat het allemaal “goed komt”. De aanleg van windmolens heeft wat vertraging opgelopen door verloren procedures maar zal uiteindelijk ook weer op stoom komen.
Wat feiten op een rijtje
1. De Netcongestie: file op het elektriciteitsnet en vooral, het duurt lang!
Om de woordvoerder van Tennet maar te citeren, “gemiddeld moet 1 op de 3 straten in Nederland op de schop” omdat er nieuwe en dikkere kabels aangelegd moeten worden. Hebben we hier voldoende monteurs voor? Een ander feit: het verkrijgen van een vergunning, voor bijvoorbeeld een verdeelstation, duurt soms 6 tot 8 jaar. En die tijd hebben we simpelweg niet als we onze duurzaamheidsdoelen willen behalen. Een heel ander voorbeeld maar wel exemplarisch: over het doortrekken van de A15 praten we al meer dan 30 jaar. Kortom, er moeten zaken veranderen.
2. Arbeidsmarkt: schaarste aan goed geschoold personeel
Het vinden van de juiste mensen in de huidige arbeidsmarkt is moeilijk. Het aantal werkenden neemt niet alleen af, ook zijn er steeds minder geschikte gekwalificeerder arbeidskrachten voor de energiebranche. ‘De arbeidsmarkt is voor Nederland nu de grootste remmende factor om de klimaatdoelen van Parijs te behalen’, aldus Wim Voogd, programmaleider Energietransitie bij Arcadis. In Nederland lijkt de energietransitie vooral vast te lopen op het vinden van het juiste personeel om deze enorme klus te klaren. Er is daarbij geen verschil in opleidingsniveau: van installatiemonteur tot technisch consultant, óveral zien we tekorten.
Wat te doen?
-
De energietransitie aantrekkelijk maken en houden voor jonge mensen. Dit kunnen we doen door te kijken naar beloningsstructuren. Daarbij is het belangrijk om het aanbod in de markt beter af te stemmen op de eisen van de nieuwe generatie. Een optie zou zijn om de duurzame impact van het werken in de energietransitie nog meer te benadrukken. Daarbij kunnen we over de landsgrenzen kijken, bijvoorbeeld door het werven van technisch geschoold personeel in het buitenland. In Nederland zijn eenvoudigweg te weinig technische ROC-studenten.
-
Technische opleidingen moeten omgevormd worden tot betere voorbereiders op de arbeidsmarkt voor energie. Hier ligt een belangrijke taak voor scholen en marktpartijen om samen op te trekken en de gaten die nu vallen in de overgang van school naar werk te dichten. Dit begint al op de basisschool en in het voortgezet onderwijs; we moeten leerlingen van alle achtergronden en niveaus enthousiast proberen te maken voor het onderwerpen als techniek, energie en ICT.
-
Het omscholen van duizenden mensen zodat ze in de energiesector aan de slag gaan. Denk daarbij aan medewerkers uit de fossiele energiebranche of andere sectoren waar minder werk is. Maar ook aan mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Hiervoor moeten omscholingsprogramma’s gemaakt worden en budget beschikbaar komen. Voor al deze punten is een samenwerking tussen partijen van diverse achtergronden essentieel. Marktpartijen moeten samen met universiteiten, hogescholen en mbo’s optrekken om tot een praktisch plan van aanpak te komen. De overheid zal hierin zowel een faciliterende rol moeten spelen, als budgetten beschikbaar moeten stellen om de verandering in te zetten.
De tijd is gekomen: we moeten nú samen met stakeholders optrekken en álles op álles zetten om de netwerkbalans en personele capaciteit in orde te maken zodat we de stappen kunnen zetten die nodig zijn om de energietransitie te volbrengen. Daarvoor is een taak weggelegd voor de overheid als het gaat om het scheppen van de juiste kaders en beschikbaar maken van budget. Vanuit InAxtion gaan wij graag in gesprek met onze opdrachtgevers om deze vragen, in samenwerking, om te zetten naar concrete stappen om tot oplossingsmogelijkheden te komen. Kortom, kunnen we gezamenlijk meer monteurs aantrekken?
Doet u mee?